Zienswijze over koeienbrug

Zoals wij al in het bericht van 23 december 2014 aankondigde, hebben wij over de koeienbrug een zienswijze ingediend bij de gemeente Utrecht. In dit bericht treft u de integrale tekst aan van deze zienswijze. Deze komt in grote lijnen overeen met het bericht van 23 december 2014 en is tot stand  gekomen door informatie over het project te verzamelen, na gesprekken met inwoners van de wijk en met betrokkenen en het bijwonen van de informatieavond.

Deze zienswijze is ook toegestuurd aan de heer R. Zakee, de verantwoordelijke wethouder van Bunnik.

Geachte dames, heren,

Hierbij willen wij namens de wijkvereniging Krommerijn in Bunnik, dit is de wijk die grenst aan de weilanden van boer Kees van Dijk, reageren op de plannen voor de koeienbrug over de Kromme Rijn ter plaatse van de boerderij van de heer van Dijk.

Algemeen:
Wij betreuren het dat de gemeente Bunnik en zeker haar inwoners zo laat zijn geïnformeerd over deze plannen. Daardoor wordt de indruk gewekt dat we voor een voldongen feit worden gesteld en er geen ruimte is om over alternatieven voor de brug te discussiëren.
Daarbij speelt ook rol dat al in een eerder stadium toestemming is verleend voor de bouw van een grotere en modernere, stal met een statische melkmachine. Bovendien is door te benadrukken dat de keuze gaat tussen “koeien in de wei + een brug of geen brug en geen koeien in de wei”, de indruk gewekt dat dit de enige keuze is, terwijl er natuurlijke meerdere keuzes zijn te maken. Bovendien is deze keuze ook niet juist, omdat, ook als er geen brug komt, er nog altijd vleeskoeien in de zuidelijke weilanden kunnen komen en er in de noordelijke weilanden ook melkkoeien zullen blijven grazen.

U begrijpt dat het plan voor een voorgestelde brug op een dergelijke lokatie in een zo waardevol natuurgebied door de inwoners van de gemeente Bunnik in het algemeen en door onze wijkbewoners in het bijzonder niet met gejuich wordt ontvangen.
Uit de informatie die is verkregen van de site van de gemeente, tijdens de informatieavond en uit gesprekken met Kees van Dijk zelf is het beeld naar voren gekomen dat in de huidige situatie een brug absoluut noodzakelijk is om tot een economisch verantwoorde bedrijfsvoering voor zijn bedrijf te komen.
Wij gaan er van uit dat daarbij alle mogelijke alternatieven zijn onderzocht en dat geen daarvan haalbaar is gebleken.
Toch zouden wij graag geïnformeerd willen worden over de visie die de gemeente Utrecht heeft op de toekomst van de boerenbedrijven op het landgoed. Wij onderschrijven de noodzaak tot het handhaven van deze bedrijven vanwege hun landschappelijke en ecologische rol. Daarbij horen ook koeien in de wei. Maar op uw website gaat u er daarbij van uit dat dit “op een economisch rendabele en verantwoorde wijze” moet kunnen.
De ontwikkelingen in het boerenbedrijf en zeker ook in de melkveehouderij wijzen op een nog steeds toenemende schaalvergroting. Dat zal ook in de toekomst nog zeker doorgaan. De plannen van Kees van Dijk zijn daarvan een uitvloeisel. Maar dat betekent ook dat er in de toekomst nog meer plannen zullen volgen naar een nog grotere schaal. De vraag rijst daarbij of het landschap/landgoed daarvan meer nadelen dan voordelen ondervindt cq. gaat ondervinden.
Voor de toekomst zouden wij dan ook wensen dat er, voordat er weer dergelijk plannen worden gepresenteerd, eerst een gedegen onderzoek wordt uitgevoerd of het boerenbedrijf ook op een kleinere schaal en met financiële ondersteuning niet een betere bijdrage levert aan het landschap tegen acceptabele kosten voor de gemeenschap.
In de huidige situatie zien wij geen alternatief voor deze brug en accepteren wij de invloed die deze zal hebben op de beleving van het landschap ter plaatse. Om de negatieve gevolgen zoveel mogelijk te beperken hebben wij de volgende wensen voor het ontwerp van de brug:

1. De brug zo inpassen in het landschap dat dit een zo gering mogelijke verstoring oplevert van het huidige beeld van zowel de kant van Bunnik als van de kant van Rhijnauwen. Vanaf Rhijnauwen gezien ligt de brug in een bocht van de Kromme Rijn en is daardoor al minder goed zichtbaar.
2. De breedte van de brug is nauwelijks van invloed op de mate van verstoring van het landschap. Daarom is het goed dat hij ook gebruikt kan worden voor transport van machines zodat de hinder daarvan op de voet- en fietspaden in het gebied vermindert.
3. Om een verstoring van het landschap zoveel mogelijk te beperken moet de brug qua vormgeving zoveel mogelijk lijken op de bestaande bruggen, die ook vrijwel hetzelfde zijn. Je kunt een brug nu eenmaal niet “verbergen”. Zeker als de brug ook door tractoren+machines moet kunnen worden gebruikt.
4 Dat betekent dat hij ook zeker niet hoger mag worden als de bestaande bruggen, eigenlijk zo laag mogelijk.
Dat betekent dat het voetpad dat onder de brug doorloopt enigszins verdiept (ca. 0,50 m.) moet worden. Dat kan eenvoudig met een betonnen bakje met een rooster voor de ontwatering. Rekening houdend met de hoogste waterstand is dit mogelijk zo is uit informatie gebleken. Bovendien is het ook geen bezwaar als wandelaars even moeten bukken.
5. Maak de op- en afritten zo kort mogelijk, zodat de het zicht langs de brug zoveel mogelijk ongestoord blijft. Ze kunnen nog korter dan op de animatiefoto op de website is aangegeven. De koeien kunnen dat we aan en ook voor de tractoren is dat geen belemmering. Dat betekent ook dat het ontwerp waarbij de op- en afritten op palen staan zodat men onder de op- en afritten kan doorkijken, wordt afgewezen.
6. Om te benadrukken dat deze brug een andere functie heeft dan de overige bruggen en uit landschappelijke overweging wordt geadviseerd om de brug volledig van hout te maken en de kleuren zo naturel mogelijk te houden.

Tot zover onze wensen ten aanzien van de vormgeving van deze brug.
Wij hopen dat de brug zo weinig mogelijk een storend element in het landschap wordt en men er snel aan gewend raakt.